In het aanbod ouderschap vanuit je hart is open communiceren een onderdeel waar we aandacht aanbesteden. In het gezinshuis, staan we daar heel bewust bij stil, hoe doen we dat en hoe open kunnen we zelf zijn?
Laat jij je eigen kwetsbaarheid zien?
Geef je ook voorbeelden uit je eigen ervaringen uit je jeugd aan je/of kinderen?
Hoe flexibel ben je, kun je ook terug komen op bepaalde afspraken en wijzigen?
Hoe ga je met veroordeling om als kinderen dat doen en veroordeel je de ander ook?
Erna
Het kost mij nu geen moeite meer om open te zijn. Dat was vroeger wel anders. Ik kon b.v ook toen niet huilen. Ik zeg dat ook wel eens naar kinderen of volwassenen, wanneer ze zich afsluiten voor gevoelens. Ik gebruik ook wel eens het voorbeeld dat ik vroeger niet boos was als kind, maar later toen mijn kinderen klein waren, kon ik als moeder heel boos worden, als ze iets deden wat ik niet wilde hebben. Ik kon dan ook wel zeggen, ik ben boos over wat je doet, maar de lading wat mee komt, hoort niet bij jullie. Dat is van heel lang geleden.
Ik kan ook wel toegeven, dat ik iets niet goed heb gezien, of het even niet meer weet, of weinig kan hebben!
Wim
Open communiceren is voor mij de kunst om met iemand in echt contact te zijn, dus om te delen wat je voelt. Daarbij merk ik dat mijn eerste neiging is om ‘uit te reiken’ naar die ander. Het is voor mij belangrijk om in het contact om niet vanuit ‘please-gedrag’ te vragen hoe het met hem of haar gaat. Of mee te praten. Ik vind het niet moeilijk om zelf een ander standpunt te hebben. Als kind was ik zelf niet op de voorgrond. Ik hoor van anderen wel dat ik goed kan luisteren en teruggeven. Mijn uitdaging is om meer stil te staan bij mijn eigen binnenwereld, wat ik daarbij voel. Bewust ademen helpt mij daarbij. In het samenwerken met jongens op de boerderij voel ik een open, rustig contact. Toen ik een keer last had van een overdreven manier van communiceren van iemand anders, heb ik aangegeven dat ik er last van had. Daarbij hou ik het bij mezelf; dus niet dat die ander moet veranderen.
De ander veroordelen, vind ik een belangrijk onderdeel wat we in gesprek brengen. Wanneer alles de ruimte krijgt, dat alle gevoelens er mogen zijn, hoef je de ander niet meer te veroordelen. Het uitspreken, dat jij het niet prettig vindt wat de ander doet, is dan heel belangrijk. Dat jij op een andere manier naar de situatie kijkt, maar de ander kan er anders naar kijken. Het kan soms heel gecompliceerd zijn voor kinderen zoals van gescheiden ouders.
Dit kom ik regelmatig tegen in ouderbegeleiding en in gesprek met de kinderen. Nog niet zo lang geleden, zei een kind tegen mij, waar de vader bij was en waarvan de ouders zijn gescheiden: ‘wie moet ik nou geloven mijn vader, of mijn moeder? De ene zegt dit en de andere zegt dat! Ik zei dat is ook knap lastig voor je! (een kind van 12 jaar).
Ik zei daarin vind je vader iets en je moeder en het belangrijkste is, dat die verschillen naast elkaar er mogen zijn. Dat er geen waarheid is. Dat je vader je moeder niet veroordeeld en je moeder je vader niet. Dan kan het bij jou misschien wel eens afwisselen, dat je de ene keer je moeder daarin gelooft en de andere keer je vader.
Het mooiste is dat je ouders voor kunnen stellen dat het voor jou heel lastig is en dat jij alle ruimte krijgt van je ouders. Dat je niet het gevoel hebt dat je partij hoeft te kiezen. Wat vaak wel gebeurd. Ouders gaan onbewust vaak steun bij de kinderen zoeken en dan voelen de kinderen niet de ruimte en komen ze in de knel.
Het gaat dus om open communiceren om dat te leren, op allerlei gebieden. Hoe gemakkelijker we onze gevoelens/emoties toe kunnen laten hoe beter dat we dat kunnen. Hoe meer contact we echt hebben met elkaar.